Het Hol van de Leeuw

Als klein meisje, ik zal niet ouder zijn geweest dan acht en niet jonger dan zes, genoot ik altijd van verjaardagen of andere gelegenheden bij mijn opa&oma of

Tante Nel&Oom Tom thuis. Soms ook bij Tante Ber. Als mijn opa en zijn broers en zussen (Hans, Guus, Ber, Wil, Nel, Tom en Kees) bij elkaar waren dan kwamen de verhalen die zo levendig werden verteld en uitgebeeld dat je het gevoel kreeg er bij te zijn geweest. Dit gebeurde vaak met zoveel passie en humor dat bij veel mensen de tranen van het lachen over de wangen liepen of dat je op het puntje van je stoel zat van de spanning hoe zo’n verhaal zou aflopen.  Mijn vader en zijn broers en zus hebben diezelfde gaven geërfd. Door de jaren heen heb ik veel verhalen, meerdere keren gehoord, verteld door verschillende mensen. Door getuigen of door de volgende generatie die het weer door vertelden. Ik denk dat mijn liefde voor geschiedenis daar begonnen is. Van een aantal verhalen, die in mijn geheugen gegrift staan, heb ik door verschillende puzzelstukjes in elkaar te passen, een redelijk beeld gekregen om er zodoende een kort verhaal van te kunnen schrijven. 

 

Guus Pielage, eind 1930
Guus Pielage, eind 1930

Mijn overgrootouders van mijn vaders kant, Jan en Toos, kregen zeven kinderen. Vijf zoons en twee dochters.

Ten tijde van de tweede wereld oorlog waren zij jongen mannen en vrouwen met zeven uiteenlopende karakters en ieder met een eigen kijk op de wereld.

Mijn opa, Kees, was de jongste en erg onstuimig, slechts 21 jaar oud aan het begin van de oorlog.

Zijn oudere broer Guus was, zoals ze zeggen, volwassener. 

 

Guus leidde een verzetsgroep in Haarlem en zette zijn leven daarmee dagelijks op het spel. Hij en zijn groep saboteerde de bezetter op alle mogelijker wijzen.

Eén operatie in het bijzonder werd een anekdote tijdens verjaardagen bij mijn grootouders thuis.

Die keer dat ze ’s nachts inbraken in een met prikkeldraad omheind gebouw.

Mijn opa was mee tijdens deze missie, meer om te voorkomen dat hij in de weg liep.

Zie je, mijn opa had zo zijn eigen ideeën over hoe de vijand te irriteren.

Als een echte kwajongen had hij de hobby opgevat om autoklokken te stelen uit de dure auto’s van hoog geplaatste Duitse officieren.

Dan stond hij om een hoekje te wachten op die enkele onbewaakte ogenblikken waarin hij zijn slag kon slaan.

Sluit je ogen, zie het voor je en zet er in je hoofd een spannend film muziekje onder: Het resultaat is een zenuwslopende scene die in menig spannende film niet zou misstaan. 

Een hele collectie had hij uiteindelijk. Meerdere keren werd hij bijna betrapt en één keer was het echt op een haartje!

De bakker, die net voorbij fietste, was zijn redding.

Kees sprong achterop en de bakker sjeesde, dankzij mijn grootvader ook met gevaar voor eigen leven, door de straten van Haarlem en redde daarmee hun beide levens.

 

Kees Pielage, roond 1940
Kees Pielage, roond 1940

Om een lang verhaal kort te maken:

Deze acties van mijn opa waren een doorn in het oog van het verzet.

Autoklokken stelen waren pesterijtjes die, hoewel ze jaren later voor hilarische verhalen zorgden tijdens familie bijeenkomsten, de Duitsers onnodig irriteerden en mensen in gevaar brachten.

En dus besloot Guus dat Kees onder zijn toeziend oog, zijn anti sympathieën tegen de bezetter op een nuttige manier tot uiting ging brengen.

Hij nam zijn lastige jonge broertje mee tijdens verzet acties en zo ook tijdens die nachtelijke inbraak.

Wat ze precies deden die avond, wat de reden van hun missie was, dat weet ik niet, hoewel ik er naar kan gissen. Het stelen van voedselbonnen? Het lezen van belangrijke informatie om door te kunnen spelen naar de geallieerden? Het redden van een gevangene?

Ik weet dat dit laatste wel eens is voorgekomen zo nu en dan.

Wie zal het zeggen, de verhalen waar ik naar luisterde als meisje van zeven of acht jaar oud, muisstil tussen de grote mensen in de hoop dat ze me niet naar bed zouden sturen, missen een hoop van de fijnere details.

Wat ik wel weet is dat de hele operatie bijna helemaal verkeerd afliep.

Tijdens het klimmen over het hek, op de heen of terug weg, geen idee,  bleef mijn opa hangen aan het prikkeldraad, en zijn gevloek en getier ten gevolge van deze pijnlijke toestand deed hij niet in stilte.

Voor ze het wisten gingen de lichten aan, de sirenes aan en moesten ze maken dat ze wegkwamen. Ook dit deed mijn opa niet verstommen, in tegendeel, zo kwaad als hij was, zo luidruchtige was hij ook en van ver te horen. Bovendien zat hij nog steeds vast!

Mijn oom Guus, die het ‘SSSHHHT’ en het tot stilte manen inmiddels opgegeven had rukte hem uiteindelijk met geweld los, hem achterlaten was geen optie, niet alleen omdat mijn opa te veel wist, maar ook omdat Guus zich niet in de positie wilde bevinden om aan mijn overgrootouders uit te moeten leggen dat hij hun -lastige- jongste zoon aan prikkeldraad had laten hangen…

Na deze actie werd besloten dat Kees Haarlem moest verlaten.

Hij werd inmiddels gezocht en had zich bij het verzet ook niet bepaald geliefd gemaakt. En dus moest hij onderduiken. Dat deed hij. Hij bedacht een voor hem compleet logische plaats om dit te doen, een plek waar niemand hem zou verwachten. Het hol van de leeuw. Hij ging naar Berlijn.

 

Wordt vervolgd ...

De door mij geschreven verhalen zijn terug te vinden op deze website onder Mijn Verhalen